Aan het eind van de Vughterstraat treffen we een aantal kleine steegjes aan. Vandaag nemen - via het pand aan de straat zelf - daar een kijkje, achter de voorgevel van: Vughterstraat 226. De steegjes zijn in onze binnenstad meestal genoemd naar het pand dat aan de hoofdstraat staat. Geen wonder dat het pand De Vergulde Klok de naamgever was van het straatje 'Achter de vergulde klok'. In het midden van de zestiende eeuw woonden Jan van de Wiel en zijn vrouw Barbara de Cock in het pand. Zij waren ook de eigenaar van zeven kleine huisjes, 'cameren' genoemd, in het steegje. Bij testament bepaalden zij dat zij een gasthuis zouden oprichten in deze cameren. Zeven schamele en arme echtparen, het liefst familie van de stichters, zouden daarin ondergebracht kunnen worden. De kosten van levensonderhoud en voor het onderhoud van de gebouwtjes zou men uit de huurprijs van het hoofdpand kunnen halen. Dat gebeurde ruim twee eeuwen lang. In 1756 bleek dat het gasthuis veel schulden had. De panden moesten verkocht worden en het gasthuis hield op te bestaan. De Vergulde Klok kende sinds die tijd vele eigenaren en bewoners. In het begin van onze eeuw woonde er J. Jespers, hoofdcommies bij de provinciale griffie. Hij woonde in het huis 'Vughterdijk, wijk I, nummer 88' dat in 1909 een straatnummer kreeg: Vughterdijk 76. Na Jespers kwam er C. van Roosmalen in te wonen, die er een wijnhandel had; in 1930 bleek hij echter 'depôthouder petroleum' te zijn! Bosschenaren noemde deze brandstof meestal 'bronolie'. Ze werd veel verkocht om dienst te doen als verlichting. Op het eind van de maand, als het geld bijna op was, hing de lamp dikwijks scheef: om het laatste restje petroleum er uit te krijgen. Na de Tweede Wereldoorlog werd er druk gebouwd in de nieuwe Bossche wijken buiten het stadscentrum. Vele huizen aan onder meer het laatste deel van de Vughterstraat verloederden. Het pand Vughterdijk 76, inmiddels hernummerd in Vughterstraat 226, bleek dit lot eveneens beschoren. In 1973 werd het pand door de gemeente officieel afgevoerd als woning... Aangezien De Vergulde Klok niet voorkwam op een lijst van beschermde monumenten, leek uiteindelijk sloop in het vooruitzicht te komen. Dat was niet het geval. In 1985 kreeg het een nieuwe eigenaar die De Vergulde Klok restaureerde. Niet alleen met dit pand is dat gebeurd; de laatste tien, vijftien jaar heeft het laatste deel van de Vughterstraat een gedaantewisseling ondergaan. Men treft er vele gerestaureerde panden aan en een groot aantal kunstgalerieën en een verscheidenheid aan winkels. |
Jespers
| 60 |
In oorsprong vermoedelijk 17e eeuws pand met verdieping onder met blauwe Hollandse pannen gedekt zadeldak met wolfeind (voor) en tegen gepleisterde tuitgevel (achter); aan de oostzijde een gang naar voorheen achter het pand gelegen woningen. De tot twee verdiepingen verhoogde, gepleisterde voorgevel heeft een hardstenen plint, cordonlijsten, in totaal acht getoogde vensters met T-ramen, geprofileerde stucwerkomlijsting en kuifstuk, een getoogde doorgang aan de oostzijde en een dubbele paneeldeur met deurroosters, getoogd bovenlicht, geprofileerde stucwerkomlijsting en kuifstuk, en is afgesloten door een forse kroonlijst met consoles en verdiepte velden in het fries. |
1995 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : De Vergulde KlokBrabants Dagblad donderdag 16 november 1995 (foto) |
1881 | H. Brand (partikulier) - J.F. van Maaren (bierbrouwer) |
1908 | J.F.M. Jespers (ambt. prov. griffie) |
1910 | J.F.M. Jespers (hoofdcommies prov. griffie) |
1928 | C.J.L.M. van Roosmalen - H.J.J. van Velthoven |